GELADIE GLAUDE, Hubertus

Volgens overlevering zou hij driemaal gehuwd zijn + mogelijke overlijdensdatum pas rond 1760.
Gelade Hubert is omstreeks 1700 naar Belgie gekomen onder de naam GELOES HUBERTUS. Hij is
geboren in Hongarije omstreeks 1680. De eerste datum in België was 15 januari 1713, toen
trad hij in Hasselt in het huwelijk met Ballet Elisabeth. In het boek van de burgerlijke
stand van Hasselt staat de naam Geloes Hubertus. Door de tijden heen is de naam terug te
vinden als Gelady, Geladie en Gelade. Hij woonde in de schaduw van de parochiekerk te
Sint-Lambrechts-Herk. Dit pand was eigendom van de familie Jozef Kumpen-Fernande Celis.

De moeder van Fernanda was een Geladé, eveneens een ver familielid. Aan de muren van de kerk
waren ringen gezet om de paarden aan vast te maken in afwachting dat ze beslagen werden.
Hij maakte ook graanmolens die op de Limburgse waterlopen stonden te Sint-Lambrechts-Herk,
te Alken en te Wellen. Haubi Geladie had blijkbaar ook een smidse die gestaan zou hebben
op de plaats 'Antiek Kumpen' te Sint-Lambrechts-Herk. Hij huwde op zondag 15 januari 1713
te Sint-Lambrechts-Herk met Elisabeth Ballet. Toen hij 78 jaar oud was huwde hij voor de
derde maal. Volgens de overlevering kreeg hij, voordat hij op 89 en een half-jarige leeftijd
overleed, nog 9 kinderen bij. In totaal had hij 24 kinderen, 21 zonen en 3 dochters.

Eén van de zonen Peter-Arnold met als bijnaam 'Lange Nol' maakte een smeedijzeren kruisbeeld
in de kapel van het bedvaartsoord te Oetsloven, echt vakmanschap.

Volgens bron Bernaers zou hij overleden zijn op 31 mei 1760, wat bevestigd wordt door andere
bron Martin Slootmaekers.. Volgens een andere bron Edmond Hermans zou hij overleden zijn op
27 mei 1731. Volgens bron Romain Bernaers overleden op 31 mei 1731.

alias : Hubertus Gelaude, Hubertus Gelade, Auberti Gelade huwelijksakte Hubertus Glaude
overlijdensakte op naam van Hubertus Gelade

(voor de verklaring hierna van de plaatsnaam 'Changoe Tarie' dank ik de volledige bijdrage
en inzet van G. J. Verhage www.HongarijeVakantieland.nl en www.VakantielandRoemenie.nl
Rijksstraatweg 155, 3632 AC Loenen aan de Vecht, Netherlands en Maurice Martens -
bron 08 januari 2009)
De plaatsnaam Changoe Tarie bestaat niet in Roemenië of Hongarije. De geografische
aanduiding 'Changoe Tari' refereert mogelijk naar het land van een oude volkstam die
in Roemenië (Provincie Moldavië en Oost-Transsylvanië) woont, de Csángó. Tari betekent
in het Roemeens nl : Landen. De -e uitgang achter Changoe is een naamval. Csángóe Tari
betekent dus zoiets als 'Uit de landen van de Csángó stam. De plaatsnaam Tar (of Tari)
komt niet voor in de documentatie. Wel kennen we Roemeense plaatsnamen in de omgeving
van Galati (Geladie...?), in de Roemeense provincie Moldavië, die hierop lijken, zoals Tarian,
Tariceni, Tarina, Tarita.

De Csángó’s zijn een voor de buitenwereld vrijwel onbekende groep Hongaren die leven in
Moldavië en Transsylvanië. De Csángó vormen de Rooms-katholieke gemeenschap in Moldavië.
Dit in tegenstelling tot de Roemeense bevolking van Moldavie die tot de Roemeense
Orthodoxe kerk behoort. In tegenstelling tot andere Hongaren in Roemenie hebben de
Moldavische Csángós als bevolkingsgroep nooit deel uitgemaakt van het historische
Hongarije van voor 1920. Het leefgebied van de Csángó’s kan worden onderverdeeld in
drie verspreide delen. Voorbij de Gyimes-pas woont de grootste gemeenschap Csángo’s.
Zij leven met name rond de steden Bacau (Bákó) en Roman en langs de rivieren Siret,
Bistrita, Trotus en Tuzlau in de Moldavische provincie Bacau in het oosten van Roemenië.
Daarnaast is er nog een ander groep, over twee leefgebieden verspreid. Dit zijn aan de
Székhely-Hongaren verwante Székhely-Csángó’s. De eerste groep leeft in het westelijke deel,
rond de stad Brasov (Brassó) in zuid-Transsylvanië. Niet alle Csángo’s zijn Hongaarstalig.

De twee kleine groepen in Transsylvanië zijn het wel. In Moldavië zijn ze dat slechts
voor een deel, de overigen zijn Roemeenstalig. De etnische oorsprong van deze bevolkingsgroep
is onbekend. Hongaarse wetenschappers menen dat de Csángó’s, die het Hongaars niet meer machtig
zijn, op z’n hoogst "verroemeenste Hongaren" zijn. De Csángó’s zouden tijdens de Hongaarse
volksverhuizing van 800 na Christus vanuit Azië naar de Karpatenbekken zich afsplitste van
de overige Hongaren. Vervoplgens zijn ze in het oosten achterbleven in het gebied wat nu
Moldavië heet. Volgens anderen zijn de Csángo’s afstammelingen van Turkse stammen als de
Kumanen en de Petsjenegen. Roemeense wetenschappers menen dat de Hongaarstalige Csángó’s
gemagyariseerde Roemenen zijn die zich tot het Rooms-katholieke geloof hebben bekeerd.

Meer informatie over de Hongaarse stam Csángó vindt u in het Csángó Museum in Zabala, Roemenie