BELLE, Jacobus Hubertus

Notes:

Hubertus en Elisabeth hebben geld geleend van P.J. Walter en
C. Walter-Malingrez, zij waren bekende grote bierbrouwers en
wijnhandelaren te Grave. Dit blijkt uit een schuldbekentenis
gedateerd 1821 aan de erven van RJ Walter-Malingrez.

De lening bedroeg 400 gulden tegen een rente van 4%.

Hubertus is in 1829 winkelier en wordt in een akte datum
29-11-1829 (Grave) aangesteld als toeziend voogd.

Volgens aktes uit 1781 en 1799 wordt Hubertus Lambertus
genoemd. Zijn ouders waren niet onvermogend en bezaten
goederen te Grave, Velp en Cuyck. In 1830 woonde hij met
zijn gezin en Schindler Maria (6 jr) aan Hoofschestraat 33 te Grave.


Peetouders en doopgetuigen: Peter Strauss, Joes Franzen en
Katharina Wijnen. In een akte van 7-7-1767 wordt hij Hans Pieter Belle
genoemd. Het blijkt dat hij eigenaar is van een huis te Grave-Velp.


Hij wordt al eerder in 1755 ook genoemd als huiseigenaar in
Grave/Velp naast een brouwerij die in 1755 in bezit is van
Jacobus de Haan, bierbrouwer. Hij kocht dit huis met zijn vrouw
Catharina voor 500 guldens in 1751. Johannes bezat met zijn
tweede vrouw Maria ook een huis te Cuijk aan de Varkensmarkt,
dit blijkt uit en akte van 17-10-1799, dit huis wordt verkocht
door hun erfgenamen (kinderen en broer en zus van Maria).


Hij trouwt voor Rooms Katholieke kerk te Grave met
Catharina van Bommel, bij dit huwelijk zijn getuigen:
Joseph Clemens Belle en Joanne van Bommel.

Grappig is dat zijn 2de naam en de 2de naam van broer
Joseph aan hun achternaam is geplakt er staat dus:
Joannes Peeterbelle en Joseph Cleemensbelle

In 1830 woont het gezin (Hubertus 69jr, Elisabeth 65jr, Francine 25jr
en Maria SCHINDLER 6 jaar, Antwerpen) in de Hoofsestraat 33, Grave

Geboorte akte Francina 31-05-1803 Ravenstein niet gevonden.